Nietzsche in ‘Der Steppenwolf’ van Hermann Hesse
‘Een roedel wolven’. Dat vond ik vroeger een bijzondere uitdrukking. Er ging ook iets mysterieus van uit. Een roedel? Was het een homogene groep wolven of een familie? Met een leider en een eigen hiërarchie? Wat deden de enkele exemplaren in sprookjes als Roodkapje of als verleider van zeven onschuldige geitjes? Of in een onheilspellend lied van Drs. P. dat verhaalde over gevaarlijke en hongerige exemplaren? En dan hebben we het nog niet over de zogeheten ‘lonely wolf’ als aanduiding…